![](images/hassan_1bew.jpg)
“Alle materiaal dat we nodig hebben is in principe hier aanwezig. Patronen, die maak ik van krantenpapier, kijk.” Hij geeft naailessen in mannencentrum Salomon, waar hij een klein kamertje zo efficiënt mogelijk heeft ingedeeld. Hij leerde naaivaardigheden in Somalië aan de technische school, samen met mechaniek en elektriciteit. Behalve naailessen geeft hij nu ook fietsles en repareert hij fietsen. Nee, dat heeft hij niet in Somalië opgestoken, dat heeft hij zichzelf aangeleerd toen hij naar Nederland kwam.
Zes maanden begeleidt hij nu een groep van vier naaicursisten, Somalische vrouwen. “Met deze vrouwen ben ik nu zo'n zes maanden bezig. Ze vonden het moeilijk om te beginnen, merkte ik. Maar als zij mij de maat vertellen, teken ik het uit. Ik kan knippen, snijden. Toen besloot ik dat ik er eerst twee aan het werk zet, terwijl ik de andere twee uitleg geef over maten, technieken.” Op de vraag hoe hij dat lesgeven is gaan aanpakken haalt hij zijn schouders op. “Ik ben gewoon maar begonnen. Het enige moeilijke waren de niveauverschillen, dus heb ik ze in tweetallen bijeen gezet. Lesgeven is gewoon een kwestie van stappen doorlopen, het enige lastige is soms dat ze iets moeten terughalen wat we een paar lessen eerder hebben besproken. Dan herhaal je dat gewoon weer.” Hij gaat er graag mee verder, maar hoopt op een betere ruimte. En op betere machines: van de vier naaimachines die er staan, zijn er drie kapot – niet meer te repareren.
Naast de machines liggen oefenstofjes: “Kijk, ze moeten zorgen dat alle zomen gelijk zijn, zie maar.” Het textiel haalt hij op vrijdag op de markt, als het goede en betaalbare stoffen zijn. Soms komen de cursisten zelf met stoffen, en willen ze een model waar hij bij helpt. Maar het meeste materiaal haalt hij bij Cambio: “Tweedekanskleding.” Want met een gordijn kun je prima een meisjesjurk maken. Op de vraag of er nooit ruzie komt om de mooiste stukken lacht hij: “Nee nee, dat gaat wel goed hoor.”
De cursusruimte meet zo'n 3 bij 4 meter en heeft geen buitenlicht, waardoor priegelwerk lastig is voor de ogen. Er staan een paar tafeltjes, een kast met stoffen, en een kapstok waar t-shirts hangen die hij zelf heeft bewerkt met patchwork. 'Geen drugs, niet drinken' schreef hij op een paar Hollandse klompen van gele stof die hij als patchwork maakte. Op andere shirts stikte hij banen van kleurige stof, een ontwerp met een molen, en aan twee mouwen bevestigde hij kleine biesjes die op Afrikaanse Vliscostoffen lijken – Holland en Afrika samen met in stiksels het woord 'Paix'. Vrede. Stoffen met een boodschap.